versnellen in een wedstrijd

Het is erg prettig om de tweede helft van een wedstrijd even snel of zelfs iets sneller te kunnen lopen. Je wordt er erg positief van, mede omdat je anderen die wel te snel zijn gestart begint in te halen.

Luisteren naar het ritme van de voeten
probeer in het begin van de wedstrijd te luisteren naar het ritme van de voeten en probeer dit ritme op te slaan/te onthouden. Het ritme geeft een bepaalde snelheid aan. Als je deze snelheid wilt vasthouden gedurende de wedstrijd, dan dient de pasfrequentie gelijk te blijven. Als het ritme van de voeten omlaag gaat, zal waarschijnlijk de snelheid ook omlaag gaan. Door te luisteren naar het bewegingsritme van de voeten, kun je dus de snelheid controleren.

Te traag beginnen
Als je het eerste kwartier te langzaam begint, verlies je maximaal een paar minuten op het bedachte schema. Als je het eerste kwartier een paar minuten te snel loopt, verlies je uiteindelijk veel meer dan een paar minuten. Probeer jezelf voor een wedstrijd zo te coachen, dat je niet teveel naar de anderen kijkt en echt probeert te luisteren naar de juiste snelheid. Ook bij de start kun je luisteren of het ritme van de voeten niet te hoog ligt. Je kan beter iets te langzaam te starten, dan te snel!

Valse informatie
hardlopers denken vaak dat ze een tweede helft van een wedstrijd even snel lopen. Dit heeft te maken met een aantal bronnen die valse informatie verschaffen. Als je de ademhalingsfrequentie van de eerste kilometers vergelijkt met de laatste kilometers, dan adem je sneller in het laatste deel van de wedstrijd, om deze reden denken hardlopers dat ze net zo snel lopen als in het begin of zelfs sneller. Een andere graadmeter is de positie in het veld ten opzichte van andere hardlopers. De anderen lopen ongeveer nog net zo snel als jij, en daarom verwacht je dat je ook nog dezelfde snelheid hebt als in het begin. 90 procent van de hardlopers zijn dom, starten te snel, en lopen daarom veel minder hard dan in het begin. Je kan tegenstanders natuurlijk goed gebruiken om de strijd mee aan te gaan in het laatste deel van de wedstrijd, loop niet met ze mee, maar ga ze juist voorbij.

Wedstrijd = wedijveren en strijden
van je aartsvijand wil je niet verliezen, van je buurman ook niet, en zeker niet van je trainingsmaatje. Als je strijd creert, zal je harder lopen. Als je geen natuurlijke vijanden (zoals de 3 voorbeelden hierboven) in de buurt hebt in het laatste deel, kun je wel strijd gaan creeren. Zo kun je met jezelf afspreken dat elke volgende andere vrouw die je in wilt gaan halen, jouw vijand wordt. Of elke persoon met een zwart shirt/jasje of nog iets veiliger, iemand die iets sneller gaat dan jij.

Tijdens de halve marathon van Barcelona in februari 2009 passeerde ik op kilometer 18 een groep Spanjaarden. Met mijn laatste kracht ging ik ze voorbij en bleef schuin voor ze lopen. Ik keek een paar keer om en zag ze afzien. Zij dachten, waarom kijkt die lange buitenlander elke keer naar ons, wat gek. De derde keer dat ik ze aankeek,deed ik dat extra lang en riep ik heel hard “viva Holanda” en 2 seconden later schreeuwde ik nogeens heel hard “viva Holanda” . Deze tekst had ik van de Spanjaarden gestolen. Viva Espagna had ik verandert in viva Holanda. Ze waren daar helemaal niet blij mee en werden erg boos op me en ze wilden me zelfs tackelen of misschien zelfs vermoorden. Deze strijd mocht ik natuurlijk niet verliezen, ik moest ze voor blijven, met alle kracht die ik in me had bleef ik ze voor en zegevierde ik voor een groep van 18 woeste Spanjaarden, wat een goede wedstrijd!

Of de Spanjaarden echt boos waren, weet ik eigenlijk niet, ik had strijd gecreeerd en ‘ vijanden’ gemaakt, en liep daarom de laatste kilometer super! Strijd heb je nodig, daar gaat het om.

Gebruik deze trucs alleen voor het laatste deel van een wedstrijd, juist als je een stukje motivatie lijkt te verliezen. Gebruik deze trucs zeker niet voor het begin van de wedstrijd!

Dave Baars

Interessant? Bekijk ook eens ons YouTube kanaal of lees onze andere blogs