Natuurlijke looptechniek

Dieren ontwikkelen hun looptechniek niet wanneer ze op hun 28e  jaar bedenken dat ze een wedstrijd willen gaan lopen. Dieren hebben hun techniek namelijk nooit afgeleerd, ze hebben het altijd behouden. Techniek raak je kwijt wanneer de noodzaak verdwijnt. Kinderen hebben vaak een betere techniek dan volwassene omdat ze (nog) niet gestopt zijn met sporten. Zolang je blijft bewegen, blijf je het lichaam optimaal gebruiken. De auto, trein en tram zijn verantwoordelijk voor de afname van kracht, lenigheid en coördinatie. Maar ook de sportschoen is verantwoordelijk voor deze achteruitgang. Des te beter en sterker de hardloopschoen des te passiever is de voet geworden. De definitie van techniek luidt dan ook:

Techniek is de optimale gebruikmaking van de optimale anatomie van het lichaam.

interesse

Hardlopers moeten het nut van techniek inzien of moeten het voordeel ervan hebben gevoeld, daarna gaan ze pas gericht hun techniek veranderen. Het is interessant om te zien hoe dieren optimaal gebruik maken van hun anatomie. Een paard hoef je bijvoorbeeld niets te vertellen over optimaal energieverbruik. Op topsnelheid gaat het in galop, voor een lagere snelheid is een galop niet effectief en gaat het over naar een draf. Een draf wordt ingewisseld voor een ‘gaan’ bij nog lagere snelheid.

Een jachtluipaard kantelt zijn bekken sterk voor- en achterover als hij in topsnelheid sprint. Dit is het voordeel van een viervoeter. Omdat twee benen tegelijkertijd naar voor bewegen kan het bekken mee kantelen. Een olifant heeft zware benen. Vanwege zijn zware benen kan hij niet hardlopen. Toch kan een olifant een topsnelheid van 40 kilometer per uur behalen. Wij buigen onze knie en brengen zo een ‘compact been’ naar voren. Daarom neemt eigenlijk de massa van het been af en kunnen we het makkelijker afremmen en weer onder het lichaam plaatsen. Een olifant heeft zulke zware benen die onmogelijk zijn af te remmen. De voeten zwaaien door naar voor en worden ver voor de schouders in de grond gepland. Zodoende is er geen zweeffase mogelijk en blijft een olifant dus wandelen. Een olifant is dus eigenlijk zo slim om niet te gaan hardlopen. Hij raakt dan geblesseerd.

In de jaren 80 werd gepleit om de voet van achter naar voor over de hak af te wikkelen. Dat zou goed zijn tegen een te grote schokbelasting. De natuurlijke afwikkeling bij het hardlopen vindt echter plaats van buiten naar binnen. Iedereen die z’n knie optilt en de voet ontspannen laat hangen zal zien dat de buitenkant van de voet afhangt. Het is niet belangrijk dat je het eerste contact maakt met de hak van de voet. Het is belangrijk dat je voet actief onder je plaatst. Zo wordt en blijft hardlopen een cyclische sport. De beweging is ritmisch en rond en bestaat niet uit een landing en een afzet maar is constant zonder remmingen. Bij een actieve voetplaatsing zijn de spieren elastisch actief en zorgen zo voor schokdemping.

Versnellen

Versnellen kan op twee manieren. De pas verlengen of het ritme verhogen. Maar pas op! Wanneer de paslengte vergroot, maar de frequentie omlaag gaat versnel je niet. Versnel dus altijd met behoud van pasritme! Alle topatleten hebben een hoog ritme. Lopen in een hoog ritme is niet vermoeiend, het tegengestelde is waar. Lopen in een hoog ritme is efficiënt. Een mogelijk nadelig effect van hoge frequentie is gespannenheid.  Het is makkelijker om ontspannen te lopen in een laag ritme dan in een hoog ritme. Wil je je pasfrequentie opvoeren let dan goed op de ontspanning in de schouders, handen en in het gezicht. Bij een versnelling móet de techniek wel toenemen, omdat je wordt gedwongen je spieren en gewrichten optimaal te gebruiken.

Ontwikkeling van techniek

Noodzaak is een zeer belangrijk begrip voor de ontwikkeling van de juiste hardlooppas. Zonder noodzaak, verslappen de spieren en verslechtert ook de techniek. De noodzaak voor Afrikaanse lopers is dat ze technisch goed moeten lopen over bergen, zand en gras. Zonder techniek kom je stil te staan bij een klim. Zo kan techniek zich natuurlijk ontwikkelen door gevarieerd te trainen. De noodzaak voor veel Nederlandse lopers is dat hun trainer ze verplicht de knieën op de tillen en oefeningen te doen. Bij het wekelijkse rondje Vondelpark of Bosbaan zonder variatie in een lage snelheid is geen noodzaak aanwezig. Dus varieer, ga vaker klimmen en dalen of neem een trainer!

Dave Baars, hardlooptrainer in Amsterdam

Interessant? Bekijk ook eens ons YouTube kanaal of lees onze andere blogs